16 mei 2012

Internet slim gebruiken maakt slimmer

Moeten we ons zorgen maken over al die informatie die ons brein moet verstouwen, al die prikkels, al die keuzes die we moeten maken? In 2008 schreef Nicholas Carr zijn geruchtmakende artikel 'Is Google making us stupid', later gevolgd door het boek 'Het ondiepe'. Het Science Café Tilburg had gisteren twee Nederlandse wetenschappers te gast om te reageren op Carr's ideeën en te spreken over de invloed van internetgebruik op onze hersenen: prof. dr. Lex Cools (emeritus hoogleraar Neurofarmacologie betrokken bij het FC Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour in Nijmegen) en prof. dr. Niels Taatgen (Rijksuniversiteit Groningen, expert op het gebied van multitasking).

Multitasken
Taatgen trapte af met het tonen van een plankje dat je aan het stuur van je auto kunt bevestigen om er je laptop op te plaatsen: internetten achter het stuur, levensgevaarlijk natuurlijk. Maar hoe zit dat nu precies met multitasken. Volgens Taatgen kunnen we prima multitasken, zolang we niet het kortetermijngeheugen belasten met twee of meer opdrachten die zo moeilijk zijn dat we steeds tijdelijk brokjes informatie moeten opslaan in andere geheugengebieden. Want dan worden we trager en gaan we meer fouten maken. Zolang we verschillende dingen tegelijk doen die gebruik maken van verschillende delen van brein is er niets aan de hand. Sterker nog, door gedachtenloos tekeningetjes te maken tijdens een saaie vergadering bijvoorbeeld, waarbij je enerzijds het motorische en visuele gebruikt en anderzijds het auditieve en het geheugen, kun je blijkens onderzoek zelfs beter je aandacht erbij houden.
Taatgen sprak verder over de 'cyclus van onproductiviteit'. We zijn met een serieuze taak bezig, worden afgeleid door een telefoontje en in plaats van daarna terug te gaan naar de taak, gaan we onze e-mail checken, daarna nog even op Twitter of Facebook enzovoort. Herkenbaar, vandaar dat ik de telefoon uitzet en met Isolator alles behalve mijn tekstverwerkingsscherm op zwart zet als ik ga schrijven.
E-mail, sociale media worden volgens Taatgen vooral gebruikt voor zelfinterrupties, waarbij we onze activiteiten zelf onderbreken. Op een vraag uit de zaal, beaamt hij dat dat ook positief kan zijn, als de betrokken onderbreking samenhangt met de serieuze taak, zoals even wat feedback vragen op Twitter.
Taatgen gebruikt om zelfinterrupties te voorkomen zelf software: Freedom, voor de Mac, waarbij je je internetverbinding voor een bepaalde periode blokkeert. Je kunt natuurlijk ook Aherk.com gebruiken: plaats een compromitterende foto en stel een doel in. Haal je dat doel niet op tijd, dan plaatst Aherk de foto voor je op je Facebook-pagina. Ik noem dat het extrinsiek maken van je intrinsieke motivatie.


Internetten 
Cools ziet vooral positieve effecten van internetgebruik, een begrip dat hij later op de avond preciseert tot 'Googlen'. Carr's verhaal over herbedrading van ons brein noemt hij onzin. Internetgebruik verhoogt verstandelijke prestaties (zoals taakwisselingen, plannen en organiseren) en vooral bij een lage cognitie is er veel winst te behalen. Je moet met het internet je brein wel uitdagen. Door overdag informatie (en niet alleen de vindplaats daarvan) of een probleem op te slaan, gaat je brein 's nachts aan het associëren en dat leidt tot dieper leren. Tip van Cools: ga niet vlak voor het slapen van alles op internet doen, want dat leidt tot een slechtere nachtrust.
Alles wat je doet verandert je brein: de gebieden die je activeert worden bij herhaald gebruik steeds actiever. Dat geldt niet alleen voor denkactiviteiten; ook fysieke training activeert de hersenen. Kanttekening: stop je met de activiteit, dan verdwijnt die verhoogde activiteit weer snel. Onderzochte uitzondering: alles wat je op de piano leert voor je twaalfde blijft zichtbaar actief op latere leeftijd, ook al doe je er niets meer aan.

De conclusie van de avond is wat mij betreft: gebruik internet slim en je zult slimmer worden; blijf dat doen en je zult slim blijven!

2 opmerkingen:

  1. Bondige samenvatting Erno en mooie conclusie!
    Dat verschil tussen virtueel opgeslagen informatie en overdag opgedane informatie waarmee je brein 's nachts 'aan de slag gaat' is naar mijn mening een wetenswaardigheid die meer bekendheid zou mogen krijgen. Om het brein te voeden zullen we de informatie immers tot ons moeten nemen en niet enkel de vindplaats ervan virtueel opslaan.

    BTW: Mijn brein is vannacht lekker creatief aan het associëren geweest. Het jouw ook?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoewel ik niet op de bijeenkomst ben geweest, is jouw verslag goed te volgen. Interessante materie en wetenschap die we nodig hebben om richting te geven aan omgaan met en vergaren van informatie.

    BeantwoordenVerwijderen