12 mei 2010

Voor de ontwikkeling van onze kinderen: het wroetbos



De generatie van mijn vader blies kikkers op, haalde eieren uit nesten van vogels en liet dikke bromvliegen rondvliegen aan een touwtje. Mijn vader schoffelde later met groot respect voor de natuur in zijn biologische moestuin en luisterde trouw naar 'Vroege Vogels' op de radio. Niet uit schuldgevoel over vroegere wreedheden tegen dieren, maar uit een oprechte verbondenheid met en respect voor de natuur.

Voor veel hedendaagse jeugd is de natuur een ver-van-mijn-bed-show. Het groen is omhekt en strenge regels vertellen dat je niets mag meenemen of verstoren. Hele stukken natuur zijn voor het publiek afgesloten, in het bijzonder tijdens de broedperiode als er juist zoveel te beleven valt. Een enkel kind doet hooguit nog een kikkervisje in een oude jampot.

Ik ben benieuwd of de jeugd van nu straks net zoveel respect en gevoel op zal kunnen brengen voor de natuur als mijn vader toen hij volwassen was. Ze hebben er immers nauwelijks een band mee opgebouwd. Natuurlijk zijn er ouders die hun kinderen lekker laten wroeten in de aarde, ze hun eigen zonnebloem laten kweken en nu en dan de geur van mest met ze opsnuiven tijdens de open dag op een boerderij. Maar voor het merendeel van de kinderen is de afstand tot de natuur groter dan ooit.

Het dilemma voor de natuurbeheerders in dit kader: alles open gooien met het risico op verstoring van de toch al schaarse natuur of deze met alle middelen beschermen en daarmee met name kinderen in hun ontwikkeling de directe aanraking met de natuur voor een stuk onthouden. Een lastige. Misschien is dit een oplossing: stukjes openbaar ontdek-, wroet-, klauter-, proef-, ruik- en voelbos in heel Nederland!

1 opmerking:

  1. Lees ook : 'Het laatste kind in het bos' van Richard Louv Past mooi bij het artikel van Erno. Het wordt inderdaad tijd om kinderen weer in de natuur te laten (be)leven.

    BeantwoordenVerwijderen