Een ode aan Willem Elsschot in de vorm van een parodie / pastiche op het bekende gedicht Het Huwelijk (1910).
Het huwelijk (vanuit haar perspectief)
Toen ze bemerkte hoe met het klimmen der jaren
de stem van haar man verstilde tot een woordloos klagen,
zijn ogen door tijd en spijt langzaam dichtgeslagen
ze gruwde bij de over zijn bonkige schedel gekamde haren.
Ze zuchtte, diep, dramatisch, terwijl ze nijdig haar nagels beet
keek langs hem heen naar het portret van betere tijden,
probeerde uit alle macht, maar vergeefs te herleiden
waar, op welk moment hun liefde in de afgrond gleed.
Ondertussen vegeteerde hij, rokend in zijn sta-op-stoel
slechts sprekend, niet eens naar haar, met een droge rochel.
Ze keerde haar blik van de pendule naar zijn wrakkige bochel
in de spiegel schrok ze toch weer van zijn sacherijnige smoel.
Ze dacht: ik doe iets in zijn koffie en dump hem in het kanaal.
Ik hunker, mijn leven moet uit de modder worden opgedist,
als ik maar alvast een afspraak maak bij de schoonheidsspecialist
en bij Tinder voortvarend begin, aan een nieuw liefdesverhaal.
Maar ze deed niets in de koffie, want tussen denken en doen
staat angst op de wacht, voor het oordeel van vrienden en rechtspraak
en misschien zelfs het miserabel missen van haar zorgtaak
die betekenis geeft, het gevoel van recht op het maand’lijks pensioen.
Zo werd ze oud en ouder. De kat ging doodTom Lanoye deed het overigens ook al eens: klik hier.
en eenieder zag dat deze eens zo mooie, levendige vrouw
van de weeromstuit was opgevreten door een knagend berouw
tot ze stierf, met in haar keelgat vastgeschoten een macadamianoot.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten