31 maart 2012

Geïnspireerd door 'Over de streep'

De afgelopen maand heb ik een aantal keren gewerkt met een werkvorm waarvoor ik me heb laten inspireren door het televisieprogramma 'Over de streep'. De kracht van de slotsessie in dit programma is dat je 'fysiek' laat zien aan welke kant je staat.

De werkvorm is uitermate geschikt om naar aanleiding van een aantal stellingen stevig met elkaar in gesprek te gaan. Als gespreksleider heb je de regie en bepaal je wie er aan het woord komen. Je kunt daarmee ook de wat 'stillere' deelnemer tot een bijdrage aan de discussie verleiden. Zorg ervoor dat je zelf zo neutraal mogelijk blijft.

In stappen:

  1. Zorg voor goede stellingen waarvan je verwachten kunt dat er voldoende voor- en tegenstanders zullen zijn.
  2. Doe de sessie in een ruime, open ruimte die gemakkelijk in twee delen te verdelen is. Maak de verdeling zichtbaar, bijvoorbeeld met een stuk gekleurde plakband.
  3. Projecteer een stelling op het scherm en laat de deelnemers positie innemen. Er is een eens-kant en een oneens-kant. Zet de stellingen zodanig op volgorde dat verwacht kan worden dat een belangrijk deel van de deelnemers regelmatig van kant wisselt. Dat bevordert de dynamiek.
  4. Loop als gespreksleider door de ruimte en stel aan beide zijden vragen: waarom ben je aan deze kant gaan staan. Vraag door om goede argumenten naar boven te halen.
  5. Neem goede argumenten van de ene naar de andere kant mee: 'U hebt net een argument gehoord van de andere kant, wat vindt u daarvan?' Ga eerst op zoek naar de scherpe randjes en dan pas naar eventuele consensus.
  6. Besluit elke bespreking van een stelling door deelnemers de mogelijkheid te geven naar aanleiding van de besproken argumenten van kant te wisselen. Vraag eventueel nog even welk argument of inzicht ze 'over de streep' heeft gehaald en sluit dan af met een samenvatting van wat er gezegd is of een genuanceerde conclusie.
Als gespreksleider is het handig als je inhoudelijk goed op de hoogte bent en in kan schatten wat de eventuele argumenten voor en tegen zullen zijn. Breng eventueel korte verhalen of concrete voorbeelden in om het gesprek op gang te brengen of houden: 'Stel, een leerling... (...) wat doet u?'

Werk in grotere groepen met een draadloze microfoon. En tot slot een tip: pareer na de lunch de 'after lunch-dip' met deze werkvorm.


1 opmerking:

  1. Een aardige variant kan zijn om meerdere keuzes te laten. Het is vaak niet zwartwit en liggen nuances. Bijv. Eens-Oneens-ik weet het niet-ik twijfel

    Een variant die je kunt vormgeven door met 4 velden te werken. De deelnemers zetten de stoel neer bij hun keuze en ze gaan erop zitten. Op het moment dat ze iets willen zeggen gaan ze staan. Als ze van mening veranderen plaatsen ze hun stoel in een ander vak.
    Daarbij is het niet zwak maar juist krachtig om van mening te (durven) veranderen.

    BeantwoordenVerwijderen