De laatste keer zomertijd

De wekkerradio, mijn mobieltje en vaste telefoon, de magnetron, de oven, de video, mijn digitale camera, de thermostaat, klokjes op mijn bureau, in de auto, op kantoor... twee keer per jaar ben ik al snel 15 minuten kwijt om alle uurwerken te corrigeren op winter- of zomertijd. Zo zijn er natuurlijk meer, waarvan sommigen voor enkele apparaten bovendien eerst nog de handleiding moeten bestuderen.

Stel, iedere Nederlander is per jaar een half uurtje bezig met zomer- en wintertijd, inclusief het denken over hoe het ook alweer zat ('s morgens eerder licht, 's avonds vroeger donker, of andersom) en inclusief het uitzoekwerk in verband met internationaal reizen en telefoneren (is Pedro in Spanje nu aan het eten?).

Vervolgens rekenen we de uurprijs uit van de Nederlander. Het Bruto Nationaal Product van de Nederlander is 38.320 dollar (peil 2005). Delen we dat door de 8760 uur in een jaar, dan verdienen we 4,37 dollar per uur. De tijd die we besteden aan zomer- en wintertijd kost ons per persoon dus 2,19 dollar per jaar. Met zijn zestien miljoenen zijn we dus per jaar 34.995.433 dollar kwijt aan zomer- en wintertijdperikelen.

Een spaarlamp kost ongeveer 10 dollar. We kunnen voor hetzelfde geld dus 3,5 miljoen spaarlampen aanschaffen (ongeveer 1 per huishouden) die gemiddeld 70% energie besparen ten opzichte van traditionele lampen. De spaarlamp gaat ook nog eens 10 keer zo lang mee. Dat scheelt dus een berg afval van 9 x 3,5 miljoen lampen.

Wat mij betreft was vanochtend de laatste keer dat ik de klok heb teruggezet.

Bronnen: Wikipedia, Nibud.