We hebben een lesje onderzoekend leren op het programma staan. Stel, ik geef leerlingen de opdracht een onderzoeksvraag te bedenken bij het thema 'weersextremen'. Hoppa, over de schutting, zie maar hoe ver je komt. Zeker met ongeoefende leerlingen zal het weinig sprankelends opleveren. Dus ga ik een proces begeleiden van van uitzoomen en inzoomen.
Stap 1: we maken een mindmap met alles waar je aan denkt bij het onderwerp. We zoomen uit en noteren onder andere 'stormen', 'Irma' en 'oog'. We benoemen 'stormen' als categorie, maken subcategorieën 'kenmerken' en 'namen van stormen', waaronder we 'Irma' en 'oog' hangen. En zo verder. Door het formuleren van subcategorieën komen we op nieuwe begrippen. 'Windkracht' misschien. En een eerste vraag: 'Wie bedenkt die namen voor de stormen?' We zijn los, hebben uitgezoomd en een breed beeld van het concept 'weersextremen'.
Stap 2: we zoomen nu in door een element uit de mindmap te lichten dat ons triggert, maar dat nog niet is uitgewerkt. Bijvoorbeeld: 'oog'.
Stap 3: we zoomen weer uit door te bedenken wat er allemaal met het begrip 'oog (van de storm)' samenhangt. Nieuwe begrippen verschijnen: 'windstil', 'diameter', 'geluid'...
Stap 4: pas nu gaan we onderzoeksvragen bedenken door weer in te zoomen op de nieuw toegevoegde begrippen:
Stap 1: we maken een mindmap met alles waar je aan denkt bij het onderwerp. We zoomen uit en noteren onder andere 'stormen', 'Irma' en 'oog'. We benoemen 'stormen' als categorie, maken subcategorieën 'kenmerken' en 'namen van stormen', waaronder we 'Irma' en 'oog' hangen. En zo verder. Door het formuleren van subcategorieën komen we op nieuwe begrippen. 'Windkracht' misschien. En een eerste vraag: 'Wie bedenkt die namen voor de stormen?' We zijn los, hebben uitgezoomd en een breed beeld van het concept 'weersextremen'.
Stap 2: we zoomen nu in door een element uit de mindmap te lichten dat ons triggert, maar dat nog niet is uitgewerkt. Bijvoorbeeld: 'oog'.
Stap 3: we zoomen weer uit door te bedenken wat er allemaal met het begrip 'oog (van de storm)' samenhangt. Nieuwe begrippen verschijnen: 'windstil', 'diameter', 'geluid'...
Stap 4: pas nu gaan we onderzoeksvragen bedenken door weer in te zoomen op de nieuw toegevoegde begrippen:
- 'Hoe kun je in het oog van een storm blijven totdat de storm is uitgewoed?'
- 'Hoe scherp is de overgang tussen het oog van de storm en de omringende wind en wolken?'
- 'Zijn vogels angstig stil of krijsen ze juist luid in paniek als ze van de storm in het oog terecht komen?'
Zomaar drie snel bedachte vragen die interessant zouden kunnen zijn om te onderzoeken. Of weet jij het antwoord al?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten