20 april 2012

Ontwikkel het talent in het onderwijs!

'Wees weer streng in het Rotterdamse onderwijs!' lazen wij als kop boven een opiniestuk van Ronald Buijt van Leefbaar Rotterdam in nrc.next op vrijdag 13 april. Buijt komt in het artikel met 11 oplossingen voor de problemen in het onderwijs in Rotterdam.

Peter te Riele, Ivo Mijland en ik waren op deze dag bij elkaar voor een brainstorm over talent. Omdat we vonden dat de 'gemakkelijke' oplossingen die de heer Buijt voorstelt, geen recht aan de complexiteit van de problematiek, besloten we een gezamenlijke reactie te schrijven. Als uitnodiging voor verdere dialoog plaatsen we ons artikel hierbij op onze websites...


Ontwikkel het talent in het Rotterdamse onderwijs

Het onderwijs in Rotterdam kampt met problemen, stelt Ronald Buijt in nrc.next van vrijdag 13 april 2012. Buijt bepleit het afschaffen van ‘leerfabrieken’, maar lijkt in zijn overige tien adviezen juist de metafoor van de fabriek te hanteren: orde, tucht, hiërarchie, productie, uniformiteit en van bovenaf opgelegde eisen moeten het onderwijs weer gezond maken.

Buijt lijkt daarbij vooral aan te sturen op een oplossing vanuit de gedachte dat leerlingen (en hun ouders) zich aan moeten passen aan de regels van de school, zonder zich af te vragen of er oplossingen zijn die uitgaan van samenwerking. In een wereld die in rap tempo transformeert van een industriële naar een kennissamenleving hebben we andere oplossingen nodig voor de huidige problemen.

Elf alternatieve zienswijzen
Vierjarigen die nu hun schoolloopbaan beginnen zullen pas vanaf 2028 de arbeidsmarkt betreden. Hoe die arbeidsmarkt er uit zal zien, is nogal onvoorspelbaar. Bestaat de Rotterdamse haven nog als de wetenschap ons in de gelegenheid stelt thuis 3D-objecten te printen en in Nederland elke fruitsoort gekweekt kan worden? Een onzekere toekomst vraagt om creatief, flexibel en zelfstandig denkende burgers, die hun verantwoordelijkheid nemen en zich een leven lang willen blijven ontwikkelen. Ook met de kennis van nu kunnen we vanuit dit perspectief komen tot oplossingen die écht een bijdrage kunnen leveren aan een gezond en succesvol Rotterdams onderwijs. En niet alleen dat van Rotterdam...

1. Goed onderwijs stelt niet de behoefte van de samenleving, maar het talent van het individu centraal. De behoeften van de samenleving zijn wispelturig. Talent daarentegen vindt altijd een weg, met de economie van vraag en aanbod als motor voor aansluiting. Bied mogelijkheden aan leerlingen zich te specialiseren én zich breed te ontwikkelen. De samenleving van morgen heeft behoefte aan diversiteit en creativiteit. En aan jonge mensen die kunnen functioneren in levendige netwerken, dankzij goede sociale competenties.

2. Organiseer ‘pretopleidingen’, waar leerlingen plezier leren krijgen in leren en in samenwerken. Inspireer en motiveer jongeren, daag ze uit hun grenzen te verleggen en erken en waardeer hun inspanningen. Laat ze de voldoening en trots ervaren van hard werken. Plezier in ‘t leren van nu is plezier in een leven lang leren. Lever als school inspanningen om de lessen prettig te maken, dat is niet alleen goed voor de leerlingen, maar voorkomt op termijn bovendien verzuring van de leraren.

3. De kwaliteit van een school is niet de optelsom van de individuele kwaliteiten van leraren. Het geheel is meer dan de som der delen. Een school is een organisch systeem waarbinnen alle leden elkaar op allerlei manieren beïnvloeden. Door met elkaar in gesprek te gaan en te blijven kunnen teams zich ontwikkelen. Coaches van teams in de topsport weten dat als geen ander: je wint niet met de beste individuele spelers maar met de beste samenwerking. Ondersteun vanuit dat perspectief zwakke scholen en leraren die het ondanks een gedegen opleiding nog lastig vinden om de opgedane kennis goed over te dragen.

4. Leg de nadruk op eigenaarschap. Leer jongeren hun verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf en voor de gemeenschappen waarin ze functioneren. Leer ze persoonlijk ondernemerschap. Voer dat door in een andere aanpak van incidenten: een straf ontslaat de etter van de verantwoordelijkheid zelf de problemen op te lossen die hij of zij veroorzaakt en de straffer van de verantwoordelijkheid te kijken waar het negatieve gedrag vandaan komt. Geen kind is een klier voor zijn of haar plezier. Kinderen nemen een hele geschiedenis met zich mee. Geef erkenning voor die achtergrond in plaats van het gedrag alleen maar te bestraffen. De straf heeft dan geen effect. Ontneem de ‘dader’ daarbij niet zijn verantwoordelijkheid. Als er schade wordt toegebracht, zal dat door de dader passend hersteld moeten worden.

5. Het internet maakt samenleven tijd- en plaatsonafhankelijk. Lokaal denken past daar niet bij. Onze jongeren zullen zich wereldwijd moeten onderscheiden, zullen wereldwijd samenwerkingen aan moeten gaan en hun talenten wereldwijd in moeten zetten. Daar hoort onderwijs bij dat verder kijkt dan de muren om de school of de grenzen van de stad. Polen in Rotterdam, Rotterdammers in China, Chinezen in Afrika... De ontwikkelingen gaan snel, maar tegelijkertijd kunnen we elkaar gemakkelijker vinden dankzij het internet. Laten we de verschillen gebruiken om van één plus één drie te maken in plaats van de concurrentie aan te gaan. In het onderwijs betekent dat bijvoorbeeld dat leren van en met elkaar. Wissel ervaringen uit tussen scholen, ga bij elkaar kijken, leer van elkaar en stop het gevecht om de meeste aanmeldingen.

6. Meer aandacht voor taal en rekenen in de vorm van aparte programma’s levert niet het gewenste rendement. Koppel taal en rekenen aan andere vakken, aan de actualiteit of de leefwereld van leerlingen. Hierdoor krijgt taal betekenis en beklijft het beter. Voor alle vakgebieden geldt: breng kennis tot leven binnen en buiten de schoolmuren. Zorg dat er een voortdurende wisselwerking is tussen praktijk en theorie. Wat je leert beklijft het beste vanuit intrinsieke motivatie. Wat moet (van een ander of van jezelf) is veel minder houdbaar dan dat wat je wilt.

7. Cijfers en diploma’s zijn ogenschijnlijk handige objectieve bewijzen om leerlingen onderling te kunnen vergelijken. Maar dat doet geen recht aan ieders unieke talenten, vaardigheden en kwaliteiten. Het zijn juist de onderscheidende elementen die jou kansrijk in het leven maken. Laat jongeren werken aan een portfolio die werkelijk bewijsstukken bevatten van wat of ze waard zijn. Bedenk ook dat objectiviteit niet bestaat. Elke meetlat is en zal altijd een subjectieve zijn. Hoe meer je tracht te objectiveren, hoe subjectiever het zal worden.

8. Leerlingen komen in een samenleving terecht waarin hiërarchie steeds meer plaats maakt voor relaties gebaseerd op gelijkwaardigheid en verbinding. Dat heeft voor- en nadelen, weten we inmiddels. De nadelen kunnen we in de complexiteit van de nieuwe wereld niet meer keren, dus richt je liever op de voordelen. Dat neemt niet weg dat de leraar de leiding moet nemen. Doe dat echter vanuit gezag in plaats van macht. Gezag verdien je, macht neem je.

9. Geef studenten aan de lerarenopleidingen de gelegenheid zich te specialiseren. Denk aan aparte opleidingen voor de onder- en bovenbouw van het basisonderwijs. Startende leraren hebben begeleiding nodig. Werk aan een attitude waarbij leraren hun leven lang blijven werken aan hun ontwikkeling. Na de lerarenopleiding begint het echte werk pas. Maak intervisie en supervisie een vast onderdeel van de lerarenloopbaan.

10. Motiveer leraren met een fatsoenlijk salaris, maar vooral ook met waardering, faciliteiten om hun werk goed te kunnen doen en de gelegenheid om zich te ontwikkelen. Leraren verdienen respect en waardering. Meer geld dan genoeg is niet de motivator die leidt tot betere kwaliteit. Zonder relatie geen prestatie: met je leerlingen én met je collega’s!

11. Organiseer flexibel en hanteer de menselijke maat. Dat kan ook in grotere verbanden. Quota zijn een schijnoplossing. In een school met 4000 leerlingen kan een leerling zich gekend voelen, in een school van 600 leerlingen kan hij verloren lopen. Het gaat niet om de grootte, maar om de attitude van de organisatie.

4 opmerkingen:

  1. Ik hoop dat mensen die het artikel lezen reageren. Ik ben benieuwd hoe het Nederlandse onderwijs over de ideeën denkt.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Anoniem2:11 p.m.

    Beste Erno,

    Afgelopen semester is op de Universiteit van Tilburg een vak gestart Management van duurzame ontwikkeling. Vanuit een multidisciplinaire kijk worden organisaties onder de loep genomen en zullen +/- 25 diverse studenten onder leiding van Pieter Winsemius een kritisch verslag leveren. Afgelopen jaar is gekeken naar duurzaamheid van de gemeente Tilburg en dit jaar nemen wij de Universiteit zelf onder de loep.

    In uw stuk plaatst u studenten als "talent van het individu centraal". Dit sluit nadeloos aan op ons onderdeel van een duurzame Universiteit van Tilburg. Wij zien duurzaam namelijk als het verantwoord omgaan met 12.000 studenten. Binnenkort zullen we aan het college van bestuur een voorstel doen. Een onderdeel van dit voorstel is dat de campus een 'inspiring community' moet zijn of worden, waarin student, docent, medewerker en derden zich kunnen profileren en ontwikkelen. Dit betekent in onze ogen, dat de campus de behoeften en talent van deze actoren moet faciliteren. Wij gaan dit benaderen vanuit de theorie, omdat onze ervaring beperkt is.

    Vandaar aan u de vraag:

    Als u een toereikend budget zou hebben en steun vanuit cvb en medewerkers, hoe zou u dan een inspiring community inrichten voor de campus van Tilburg, waar duurzaam wordt omgegaan met elk talent?

    En hoe zou u een community inspireren?

    Alvast bedankt voor uw moeite,

    Steven van den Oord
    @steven_vd_oord

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Daar ligt een mooie uitdagende vraag om antwoord op te geven. Volgens mij een vraag die we met z'n drieën (Ivo, Erno & Peter) goed als uitgangspunt zouden kunnen nemen in een volgend overleg. Ik heb wel ideeën.

      Verwijderen
  3. Heren,

    Een verademing om dit stuk te lezen. Voor mij een lijst van aandachtspunten die verder rijken dan het onderwijs alleen. Het zijn universele aanwijzingen voor een duurzame sameleving.
    Het afgelopen jaar heb ik met Weird Science Academy op diverse middelbare scholen projecten mogen doen in het het kader van Burgerchap en 'ondernemer van je eigen leven'.

    Duurzaam omgaan met talenten is volgens mij een opdracht van het onderwijs. Ik denk dat combinaties van ondernemers, creatieven en bevlogen mensen uit het onderwijs deze uitdaging aan kunnen en daarmee een positieve impuls aan het onderwijs kunnen geven.

    Volg graag jullie activiteiten van de inspiring community in Tilburg.

    Rik Konings
    Weird Science Academy
    bedenker van het programma Jongleren met Talenten en uitvoerder van project Ondernemer van je eigen leven.

    BeantwoordenVerwijderen