In 'Huh?!', het sprankelende boek van Berthold Gunster over de techniek van het omdenken, staat een geestig 'broodje aap'-verhaal. Het vertelt hoe de Amerikanen in een imagostrijd met de Russen proberen als eerste een balpen te hebben waarmee je in de ruimte kunt schrijven. Iets dat lastig is omdat de inkt alleen dankzij de zwaartekracht op het papier kan vloeien. Dan komt er ineens het bericht dat de Russen allang in de ruimte kunnen schrijven... met een potlood.
Het verhaal kan dienen als een mooie metafoor. Zo zijn we ook in het onderwijs vaak koortsachtig op zoek naar manieren om technologie te laten werken in de klas. We vragen ons af hoe je met een videocamera, een iPad of een digitaal schoolbord betere resultaten en meer plezier in leren kunt realiseren. Of met (serious) games. Daarbij stellen we ons maar zelden de vraag of er ook een potlood is.
In het geval van games, zou die vraag als volgt klinken: zijn er spel- of werkvormen, waarin we gebruik maken van dezelfde factoren die games zo aantrekkelijk en succesvol maken, maar die gemakkelijker zijn om te implementeren. In het artikel 'Competitie en pleasurable frustration. Wat kunnen we leren van de aantrekkingskracht van games?' (pdf) uit Vector, maart 2009 hebben Herm Kisjes en ik al eens een aanzet gedaan om die vraag te beantwoorden.
In bovenstaand voorbeeld gebruiken we de balpen als trigger om het potlood te vinden. Ook dat kan een functie zijn van het bestuderen van technologie in het kader van onderwijs.
Ik ga opzoek naar de rol van de docent als het potlood wanneer deelneers een serious game spelen in een binnenschools setting. Ik doe een onderzoek in het kader van de master en ik onderzoek wat het effect is van vragen stellen en doorvragen op de zelfreflectie van de deelnemers.
BeantwoordenVerwijderenDimph Rubbens