Veel boeken over onderwijs staan bol van theorieën en modellen. Als ze goed geschreven zijn denk je als lezer: ja, zo moet het. Met die gedachte ga je de klas in. De praktijk blijkt al snel weerbarstiger. De brandweer komt met loeiende sirene voorbij, Fenne's cavia is overleden en Vincent is helemaal hyper omdat Bram hem tijdens de pauze flink heeft lopen stangen. Zo wordt het natuurlijk niks met die les over de stelling van Pythagoras.
Wat lees je eigenlijk weinig over het echte leven op school. Dat besef ik na het lezen van 'De leven is hard' van leraar Marcel Groeneweg. In 36 stukjes met veel dialoog schetst hij hoe het er aan toe gaat, met name in scholen voor leerlingen voor wie school niet vanzelf gaat: de mytylschool, het vmbo. We maken bijvoorbeeld kennis met Florian, die een stoornis heeft in het autistisch spectrum. Hij kan niet functioneren zolang niet duidelijk is of Sinterklaas nu wel of niet bestaat. In de aartsluie Sakis is geen beweging te krijgen, Eddy steekt bij alles wat fout gaat, nooit eens de hand in eigen boezem. Groeneweg laat in de stukjes een tomeloze energie zien om ze steeds maar weer allemaal bij de les te houden. En dan zijn er nog al die klussen buiten de klas, zoals de soms moeizame samenwerking met ouders. Al met al een zware taak, waarvoor de beloning in het kleine zit: Jamie, die spontaan een kopje koffie bezorgt. "Met suiker hè, mees?"
Het boek leest als een trein. De stijl van Groeneweg doet nog het meest denken aan de columns van Remco Campert, uit diens 'Eetlezen'-periode: rake observaties, levendige dialogen, bondig verwoord met humor van het genre 'Humor ist wenn man trotzdem lacht'. Trotzdem, want Groeneweg komt in zijn scholen nogal wat klein en groot leed tegen. Mooi dat je je dan kunt blijven verwonderen, dat je hoop kunt blijven koesteren en kunt blijven geven. "Jij wilt toch die tweede kans... probleem 'em dan te pakken."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten