21 september 2016

‘Gepersonaliseerd leren zichtbaar maken’

In 2015 bezocht ik de Nieuwste School in Tilburg voor een interview met als thema het zichtbaar maken van leren, ook voor de minder eenvoudig meetbare vaardigheden.

Op het altijd boeiende blog van Wilfred Rubens las ik dat de TU Delft een zogenaamde Learning Tracker heeft ontwikkeld en dat er onderzoek gedaan is naar het effect hiervan op de lerende door masterstudent Ioana Jivet. Het onderzoek heeft indicaties opgeleverd dat een dergelijk systeem de betrokkenheid bij lerenden vergroot en uitstelgedrag vermindert. De Learning Tracker geeft vooral informatie over inzet, bestede tijd.

De Nieuwste School had in een samenwerkingsverband van scholen een vergelijkbare Learning Tracker ontwikkeld, maar dan voor persoonlijke ontwikkeling op de 21e eeuwse vaardigheden. Onderstaand het artikel uit tijdschrift Vector (van de Fontys Lerarenopleidingen in Tilburg) uit 2015.

De opbrengst van leren is meer dan acht cijfers op een rapport. Bovendien gaan cijfers over het eindresultaat en niet over het proces. Hoe breng je continu de brede ontwikkeling van een leerling helder in kaart, met name in een school waarin gepersonaliseerd leren het devies is? Leerlingen en docenten ontwerpen hiervoor momenteel gezamenlijk een vernieuwend digitaal ‘dashboard’.

Loop een willekeurige school voor voortgezet onderwijs binnen en vraag een leerling hoe het met hem gaat. Grote kans dat hij je zijn smartphone laat zien. Op het scherm de app Magister met achter elk vak keurig op een rij het voortschrijdend gemiddelde. Voor zowel leerlingen als docenten van De Nieuwste School in Tilburg is dat niet het hele antwoord. Verre van dat zelfs. Directeur Maria Michels: ‘Er is zoveel meer te vertellen. Leren ze van feedback van de docent en van medeleerlingen? Hoe goed kunnen ze samenwerken? Nemen ze initiatief? De behoefte om antwoorden op die vragen te krijgen, zit bij ons in de genen. We gebruiken geen vaste methodes per vak, maar leerlijnen per vak en leergebied. Leerlingen volgen binnen die kaders een persoonlijk programma. Dan is het belangrijk zichtbaar te maken hoe ze vooruit gaan. De behoefte aan die informatie zit ook bij onze leerlingen. Ze willen weten waar ze staan en waaraan ze moeten werken.’

Van summatief naar formatief
Martin Vos is expert Science en mentor van de bovenbouwleerlingen met het profiel N&G op De Nieuwste School. ‘Het mentoraat hier is erg intensief. Per elf leerlingen heb je als mentor een dagdeel per week voor de begeleiding. Zo heb ik dit jaar 33 mentorleerlingen. Het zou mij hierbij erg helpen als ik meer en meer actuele informatie heb over de voortgang van mijn leerlingen. Magister is één bron, verplichte kost voor de school, maar niet voldoende. Voor mij is de vraag: waar wil je als docent en begeleider tijdig en passend op kunnen sturen, om de leerling uiteindelijk tot zelfsturend leren te brengen? Willen we die formatieve evaluatie vorm kunnen geven, dan hebben we daar goede informatie voor nodig.’

Geen afvinksysteem
Michels: ‘Mede naar aanleiding van de vraag van een aantal leerlingen, zijn we vorig jaar met een kerngroep van docenten én leerlingen een aantal keren bij elkaar gaan zitten rond de vraag: als het gaat om de voortgang in het leren, wat zou je dan willen zien? We kwamen uit op het beeld van een digitale Persoonlijke Leeromgeving mét portfolio, waarin de actuele persoonlijke ontwikkeling op het gebied van kennis en (21e eeuwse) vaardigheden gemakkelijk is uit te lezen. Het moest geen afvinksysteem worden, maar een systeem dat laat zien hoe ver je bent op verschillende gebieden. We hebben bedrijven gevraagd of ze een passend product konden maken bij onze vraag. Maar ze haakten allemaal af. Kennelijk is wat wij zoeken dus nog niet zo gemakkelijk te maken. Een bestaand product? Nee, is er niet. Dus moesten we verder zoeken.’

Kennisnet
‘Er bleken meer scholen te zijn die met deze vraag worstelden’, vult Reinier Geurts aan. Hij is expert Humanics in de bovenbouw en betrokken bij het project. ‘Het gaat dan met name om de scholen die vormgeven aan meer gepersonaliseerd onderwijs. Deze scholen zijn aangesloten bij het Platform Eigentijds Onderwijs (PLEION). Hier vonden we de samenwerking die we zochten: samen kom je verder met je idee en ben je een interessantere partij voor leveranciers. We zijn bij Kennisnet bij elkaar gekomen om in een aantal sessies te komen tot een schetsontwerp van wat we zoeken. Dat heeft ons erg geholpen om een scherper beeld te krijgen. Zo hebben we aan het leren OBIT gekoppeld: hoe staat een leerling in de stof als het gaat om de criteria Onthouden, Begrijpen, Integreren en Toepassen. Met een tradtioneel proefwerk of een toets begrijpend lezen “voor een punt” meet je vooral de eerste twee. Bij De Nieuwste School vinden we juist die laatste twee belangrijk. Die willen we dus ook in beeld brengen.’

Geïntegreerd systeem
Er ligt nu een schetsontwerp en een pakket van wensen. Vos: ‘We willen toe naar een systeem dat open en flexibel is en dat gemakkelijk te integreren is met toepassingen die we nu al gebruiken zoals sinds kort Google Classroom en Google Apps (voor documenten en het organiseren van peer feedback) en Trello (voor het organiseren van projecten volgens de scrum-methodiek). Daarin wordt immers al veel data gegenereerd. Uiteindelijk moet het systeem ook de bron zijn vanwaaruit we leerlingen straks met meer dan een diploma de wereld in kunnen sturen: een persoonlijk portret van de hele schoolloopbaan met een aanbeveling die ze zo in LinkedIn kunnen plaatsen.’ Inmiddels is er een werkgroep van tien scholen die de komende tijd verder gaat met het vormgeven van het prototype en het voeren van gesprekken met mogelijke leveranciers.

‘Meer dan kille cijfers’
Een van de PLEION-scholen die ook bij het project betrokken is, is het Vathorst College in Amersfoort. Mattijs Leeffers is er docent biologie en coördinator digitaal leren. Hij nam deel aan de sessies bij Kennisnet. ‘Leerlingen krijgen op het Vathorst steeds meer ruimte om eigen keuzes te maken, hun eigen weg te kiezen, zowel op de inhoud als op de manier van leren. Het onderwijs sluit dan beter aan bij het niveau, de leervoorkeuren en belangstellingen van de leerling. Digitale media en leermiddelen maken het steeds gemakkelijker dit te organiseren.

Maar in die andere manier van onderwijs organiseren wordt het voor de docent een extra uitdaging de voortgang van al die verschillende leerlingen te volgen, temeer omdat we ook steeds meer waarde hechten aan andere data dan alleen de kille cijfers voor proefwerken. Een voorbeeld: voor werkstukken wordt nu alleen het cijfer geregistreerd en niet de inhoudelijke feedback die een leerling gekregen heeft, en hoe deze verwerkt is. Maar ook: leerlingen doen aan het begin van een les mee aan een testje via Socrative om te kijken wat hun voorkennis is. Dat levert waardevolle informatie op, die nu verder niet opgeslagen of gebruikt wordt.

We hebben dan ook steeds meer behoefte aan een laagdrempelig te gebruiken overzicht van alles wat leerlingen laten zien op het gebied van leren. Op het Vathorst gebruiken we op dit moment Magister, maar dat biedt eigenlijk alleen de mogelijkheid cijfermatige informatie in te voeren. Dat is niet genoeg. Er zijn ook systemen voor digitale opslag van alles wat je als lerende maakt. Wij gebruiken bijvoorbeeld de Google Apps-omgeving. Maar zo’n digitaal portfolio is meestal slechts een ‘bak’ met bijvoorbeeld werkstukken, waar je niet snel relevante informatie uithaalt om leerlingen op maat te begeleiden.

We willen dan ook verder gaan. Daarom hebben we in het project met Kennisnet en De Nieuwste School de vraag gesteld: hoe zou een systeem eruit kunnen zien dat snel inzicht geeft in de voortgang, de sterke en te ontwikkelen competenties, ook op minder exact te meten skills, zoals samenwerken of creativiteit? Een dergelijk systeem moet op een visueel aantrekkelijke manier kunnen laten zien hoe een individuele leerling zich ontwikkelt. En het moet vervangend zijn voor bestaande systemen, dus niet weer iets erbij. Door hierin samen op te trekken met andere vernieuwingsscholen, zoals De Nieuwste School, kunnen we een aantrekkelijke vragende partij vormen voor potentiële leveranciers.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten