Uber heeft geen auto's in bezit en geen chauffeurs op de loonlijst staan en toch is het het grootste 'taxibedrijf' te wereld. Airbnb is de 'hotelvariant'. Het zijn vaak genoemde voorbeelden van de disruptieve kracht van technologie.
Wat er eigenlijk gebeurt, is dit:
Wat er eigenlijk gebeurt, is dit:
- Stel, 1000 professionele krachten, zoals taxichauffeurs en kamermeisjes opereren in een lokale of regionale markt.
- 10.000 amateurs die tot nu toe moeilijk te vinden waren voor de consument, betreden dankzij een internettoepassing vrij plotseling diezelfde markt.
- Deze amateurs kunnen goedkoper werken omdat ze aan minder regels hoeven te voldoen. Ze maken bovendien gebruik van het bedrijfsmiddel 'vrij beschikbaar privébezit' (een auto die een groot deel van de dag stilstaat, een leegstaande kamer). Of ze doen het werk erbij zonder de druk een volledig inkomen te moeten genereren.
- Hierdoor ontstaat een driedubbele prijsdruk op het werk van professionals:
- er zijn ineens 10.000 extra concurrenten
- die concurrenten hebben minder kosten, waardoor ze goedkoper kunnen werken
- het internet zorgt ervoor dat deze concurrenten net zo gemakkelijk, of misschien zelfs gemakkelijker te vinden zijn door de consument, die bovendien precies kan zien wat de kosten zijn van de betreffende diensten.
Door deze prijsdruk is er minder werk voor professionals. Om te overleven zullen ze:
- toe kunnen geven aan de prijsdruk (lees: minder geld vragen voor hun dienstverlening).
- kunnen protesteren, een verbod eisen op diensten die niet aan de regels voldoen die voor professionals gelden, vragen om een 'level playing field'.
- in kunnen zetten op het op het netvlies van de consument krijgen van de toegevoegde waarde van professionaliteit (veiliger, hogere kwaliteit).
Ondertussen hebben de Ubers en Airbnb's zelf geen last van deze economische uitdaging. Met een goed idee en een minimum aan personeel kunnen zij het grote geld binnenharken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten