En weer gonst het in de media over de zesjescultuur in het Nederlandse onderwijs. Nog altijd is er die hardnekkige focus op de droge cijfers. Maar hoe relevant zijn die?
Tim haalt, verveeld door de saaie lesstof, een zes min voor biologie. Maar in het weekend gaat hij met een natuurclub de bossen in, waar hij prachtige foto's maakt van roofvogels. The real thing!
Milou heeft moeite met leren. Maar ze is enorm gemotiveerd om haar havo te halen, want ze wil fysiotherapie gaan studeren op het hbo. Met veel inzet haalt ze een zes. Haar vriendin Nicole zou het liefst in een kledingwinkel gaan werken, maar haar ouders hebben haar gepusht het havo te gaan doen, want ze kan zo goed leren. Op haar sloffen haalt ze een 6.
Bart weet precies wat hij wil: journalist worden. Voor Nederlands haalt hij negens en tienen. Maar wiskunde, tja, wat moet hij daar nou straks mee? Hij steekt zijn tijd liever in schrijven voor het schoolblad en zijn fanzine over de metalband Hyper Guess op het internet. Gevolg: slechts een zes voor wiskunde.
Een ding is zeker: die 'zesjescultuur' zegt meer over het onderwijs als over de leerlingen. Kinderen willen net zo goed vlammen als volwassenen. Het is onze taak ze daarin te ondersteunen en te stimuleren.
(foto: Britse jongeren maken animatiefilmpje tijdens BETT 2007.)
Het onderzoek gaat over studenten en hun motivatie, niet over middelbare scholieren.
BeantwoordenVerwijderenDat gezegd zijnde, ontkracht je met je voorbeeld Milou niet de aangetoonde zesjescultuur in Nederland. Met haar motivatie is immers niets mis.
Tim lijkt me iemand, die beter geen biologie kan gaan doen. Op een foto-hbo is hij meer op zijn plaats. Nicole valt vanzelf uit het onderwijs, maar zal hopelijk nog eens beide handen een nieuwe kans aan grijpen, meer in haar richting. En Bart hoort te weten dat journalisten ook met cijfers om moeten kunnen gaan, en dat journalisten ook wel eens moeten schrijven over zaken waar ze totaal geen affiniteit mee hebben.
Natuurlijk is die zesjescultuur niet alleen iets van studenten en/of leerlingen alleen, maar ook iets van het onderwijs en van de hele cultuur zelfs. Maar als slechts 34 procent van de Nederlandse afgestudeerden aangeeft dat ze tijdens hun studie het onderste uit de kan wilde halen, "veruit het laagste percentage van de tien deelnemende landen", dan geeft dat ondubbelzinnig aan dat het met die motivatie in Nederland tamelijk beroerd gesteld is.
Over het ondersteunen en motiveren tenslotte, ben ik het met je eens. Maar wie ondersteunt en motiveert zonder te laten zien dat er ook minder leuke kanten aan een geambieerd werkveld zitten, maakt blij met dooie mussen, en zet mensen uiteindelijk in de kou.
Food for thought, je reactie, waarvoor dank.
BeantwoordenVerwijderen