06 november 2023

Marcel van Roosmalen herontdekt Middelbeers: 'Door eenheid groot'


V.l.n.r. Erno Mijland, Rens van Ginneken, Eva Hoeke, Marcel van Roosmalen en Ties Bodde

Schrijver en programmamaker Marcel van Roosmalen had al eens wat woorden laten vallen over mijn woonplaats, het piepkleine Brabantse Middelbeers. Hij kwam er vroeger als kind vaak met zijn ouders; zijn vader was er opgegroeid. Ze gingen er op bezoek bij hun opmerkelijke ooms en tantes, die woonden in het pand dat nu een lunchroom is. 

Als Beerzenaren met een licht calimero-complex konden we die aandacht wel waarderen. Wie heeft het immers - buiten de Beerzenaar zelf - over Middelbeers? Toen we als stichting KuBes dan ook aan de voorbereiding begonnen van een plaatselijk festival was vanaf het begin een ding duidelijk: we moeten Van Roosmalen echt een keer naar Middelbeers halen. Om die stukjes voor te lezen én om te zien dat het Middelbeers van toen (stil en saai) niet meer het Middelbeers van nu is (bruisend en gezellig). 

Onze lokale nachtburgemeester Harrie van Hoof begon aan het helse karwei om de schrijver te verleiden naar het dorp van zijn jeugd te komen. Met kleine stapjes kwam hij dichterbij tot er uiteindelijk een afspraak lag. Van Roosmalen zou met partner en Volkskrant-columniste Eva Hoeke en de twee oudste kinderen een weekendje Beers aandoen én een optreden verzorgen. 

Als bijdrage aan het Kubus Festival stonden Marcel en Eva afgelopen zaterdag op een geïmproviseerd podium - tussen de vitrines - in de lunchroom waar Marcels vader ooit als jochie rondliep of - zo hoorden we - in een boom klom. Met plaatselijke bijdragen van Rens van Ginneken (columnist van ons huis-aan-huis-blad Oirschots Weekjournaal) en mijzelf brachten we drie sets van een uur met columns en gedichten, spoken word zo je wilt. Ties Bodde, vierdejaars student Journalistiek én dorpsgenoot praatte de bijdragen aan elkaar en interviewde de gasten.

Enkele dagen geleden vertelden Marcel en Eva bij Khalid & Sophie over hun theatervoorstelling Zandweg 17, Wormer. Het verhaal in het kort: gezin verhuist van Amsterdam naar Wormer voor meer rust en ruimte, raakt al snel teleurgesteld en kiest voor een terugkeer naar de hoofdstad. Het bracht me op het idee een column te schrijven, speciaal voor deze literaire avond. Je leest hem hieronder.

Het werd een keigezellige avond met veel humor, bijzondere herinneringen en mooie woorden voor de indruk die ons dorp maakte op Marcel en Eva. Met veel interactie tussen publiek en schrijver, want er waren herinneringen te verzamelen: 'Wie heeft mijn ooms en tantes nog gekend?' Vandaag lazen we in het NRC en hoorden we in de podcast 'Weer een dag' hoe Van Roosmalen het hele gebeuren beleefd had. Hij vatte het dorp samen met 'Door eenheid groot'. En misschien is dat wel waar.

Mijn column...

Worstenbroodjes of noise cancelling headphones? 

Ooit woonde ik in de stad. Tilburg. 013. Meer een uit de kluiten gewassen dorp eigenlijk. Maar ik kreeg op mijn flatje wel de volle laag van het stadse leven. Zo vierden mijn onderburen kennelijk graag thuis carnaval, het suikerfeest en eigenlijk alle denkbare feesten die gepaard moeten gaan met veel lawaai. Ook hadden we onze eigen verdiepingsverslaafde. Een man van rond de vijftig die elke dag een paar keer, slechts gekleed in een onderbroek, besmeurd met een stinkende, bruine smurrie in de lift stapte om beneden zijn post of een nieuwe fles rum te halen. Verder waren er brandjes in de stortkoker, kieperde een ruziënd paar elke maand wel weer een koelkast over de balkon-railing en functioneerden de muren in de fietsenstalling als uninoir. 3 jaar hield ik het vol, toen werd ik bevrijd: ik kreeg een woning in een dorp!

Er zijn mensen die in Amsterdam willen wonen. Snap ik nou niks van. Daar is Tilburg de hemel bij. Amsterdam, dat is drugsoverlast, rare luchtjes, rare mensen, nog raardere toeristen. Niemand kent elkaar en zo ben je er eenzaam tussen die onmetelijke meute van verwarde mensen. Een fancy koffietje kost je een tientje en met een miljoen koop je er maar amper een garagebox met betonrot in de muren. Stilte vind je alleen met een noise cancelling headphone over je oren. Amsterdam, neuh, hoeft niet voor mij. “Nergens trof ik zo een bende” zong Tol Hansse.

Ik hoorde laatst van een Amsterdams gezin dat dan maar naar Wormer verhuisde. Tja, dan heb je het volgens mij niet echt begrepen. Iets rustiger dan 110 decibel is nog steeds teringluid. Het bordje einde bebouwde kom wordt op een meter afstand gevolgd door een volgend bordje ‘begin bebouwde kom’. Dan heb je het niet over een dorp, maar over een onder de reet van de stad bungelende aambei. En de mensen? Ze zijn met hun lijf in het dorp, maar met hun hoofd in de stad, ze kijken langs je heen, want ze zijn altijd onderweg, op de vlucht. Ze ruiken Amsterdam, alsof het hun stal is.

Nee, voor het echte dorpse leven moet je toch echt naar Brabant. Om precies te zijn: Middelbeers. Overal rondom dit dorp nodigt de natuur je uit met bos en heide, groene weilanden en schilderachtige zonsondergangen. De mensen kennen elkaar, groeten elkaar, helpen elkaar en houden elkaar in de gaten. Kinderen hebben er de tijd van hun leven. Zij hebben alle ruimte om te spelen. Zij weten nog waar de melk vandaan komt. In Middelbeers geniet je van schone lucht, met hooguit een snufje fijnstof en een scheutje glycosfaat. Middelbeers is een dorp van traditie: de boerenovertrek, een aubade van de harmonie, gildebroeders. Maar we zijn ook bij de tijd. Bijvoorbeeld met… uhm, een voorbeeld kan ik niet zo snel bedenken.

Toegegeven: kom je in Middelbeers wonen, ben je niet meteen een van hen. Dan loop je met je dochter in de kinderwagen, kijkt een lilik vrouwke over de rand, kijkt je aan en vraagt: ‘Is dè het kiendje van Ineke van Aaken?’ Dan prevel je tussen je knarsende tanden: ‘En van mij, trut! Middelbeers speelt altijd ‘hard to get’. 

Toegegeven: in Middelbeers is geen zak te doen. Het is er stil, 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Maar wij hebben Harrie, ene Harrie. En als de stilte oorverdovend wordt, belt Harrie dan iemand op. Roel van Velzen, Martin Buitenhuis, Jules Deelder, Marcel van Roosmalen. En dan is er ineens wel een zak te doen. Dan bouwen de Beerzenaren een feestje, staat er op het Doornboomplein ineens een tent, een springkussen, een conferentiecentrum. En vloeit er bier, gewoon bier.

Ik hoorde laatst van een gezin uit Wormer dat toch maar weer terug naar Amsterdam verhuisde. Snap ik niks van. Van de regen in de drup. Van kwaad tot erger. Doe het dan meteen goed. Zak af naar het zuiden, naar worstenbroodjes die alles goed maken, naar de zachte g, naar het altijd mooie Middelbeers. Om met Theo Maassen te spreken: ‘het enige goede dat er uit Amsterdam komt is de A2, A58 en de N395 naar …Middelbeers’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten