07 november 2019

Hoe het niet moet: de 0-7-50-regel

Op 5 november was ik te gast bij een lezing van Micke Hermansson, de Zweedse bedenker van het 'grej of the day'-concept. In een gedeelte van zijn lezing ging hij in op het feit dat hij nog zo vaak slechte Powerpoints tegenkomt. Ik herken dat wel. Tien jaar na Don McMillan's video 'Death by Powerpoint' lijkt er soms bar weinig veranderd. Hermansson sprak over de 0-7-50-regel. Ofwel:
  • er staan 0 beelden op de slide
  • in één keer staan er 7 bullets op het scherm
  • alles bij elkaar telt de slide 50 woorden
Hoe moet het dan wel? De belangrijkste vuistregels:
  • gebruik liefst 1 krachtig beeld per slide, waar nodig enkele beelden
  • geen zinnen, maar trefwoorden
  • als je een lijst met bullets gebruikt, laat ze één voor één verschijnen, zodat ze ondersteund zijn bij wat je zegt, in plaats van dat ze daarvan afleiden
  • gebruik een lettergrootte die tot achter in de zaal te zien is (tijdens het maken zijn je ogen 30 centimeter van het scherm, je publiek heeft een andere ervaring)
  • haal alle ruis weg: geen of weinig leestekens, een strak en stevig lettertype, een rustig sjabloon
  • één gedachte per slide (een slide in je Powerpoint is als een alinea in je tekst)
  • gebruik bij ingewikkelder modellen een opbouw in stapjes
  • 'Heeft u nog vragen?' en 'Bedankt voor uw aandacht' zijn dingen die je gewoon kunt zeggen. Dat hoeft niet met dezelfde tekst op een slide ondersteund te worden.
  • laat de toeters en bellen, zoals spectaculaire animaties e.d. bij voorkeur achterwege
Een goede Powerpoint ondersteunt je verhaal in plaats van het tegelijkertijd met jou te vertellen of zelfs de aandacht af te leiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten