11 mei 2016

‘Diploma is bewijs van incompetentie’ (interview uit 2014)

In 2014 verbrandde de Vlaamse spreker en auteur Jef Staes met veel gevoel voor drama zijn diploma. Enkele maanden later interviewde ik hem over de ideeën achter deze symbolische handeling. ‘We moeten ons leren volledig anders gaan organiseren. Talent, passie en informatie zijn daartoe de sleutels.’

Op het podium, als “public speaker” manifesteert Staes zich als een zendeling. In verschillende “talks” op YouTube is hij te zien als een gedreven redenaar. Hij schuwt de grote metaforen niet om zijn boodschap kracht bij te zetten, laat zelfs af en toe een sardonische lach horen.

In de landelijk gelegen abdij van Tongerlo, waar hij kantoor houdt, ontmoet ik echter een heel andere Staes. Met een aimabele glimlach vertelt hij over zijn ideeën en maakt hij me deelgenoot van zijn zoektocht naar antwoorden op de grote vragen die de snel veranderende wereld stelt. ‘We gaan van een 2D- naar een 3D-wereld. De boekdrukkunst heeft plaatsgemaakt voor het internet. Alles wordt anders. Vooral de manier waarop we leren.’

En het diploma hoort daar niet meer bij?
‘Nee. Een diploma laat zien dat je geslaagd bent in een pakket van vakken. Je hebt waarschijnlijk het hardst moeten studeren op de vakken die je niet graag doet, omdat je er geen talent voor hebt. En omdat je met die vakken niets hebt, heb je kennis domweg uit je hoofd geleerd. Veel van die kennis zal wegzakken, omdat je er niets mee doet. Sommige feiten zal je op elk moment nog voor de dag kunt halen. Maar hoe belangrijk is dat in een tijd waarin alle kennis ook met een muisklik beschikbaar is? Voor de vakken waar je wel talent voor hebt, heb je juist veel te weinig gedaan, lang niet het onderste uit de kan gehaald. Weggegooid talent! Een diploma is verder een momentopname. Het zegt niets over hoe je je bent blijven ontwikkelen. Je kunt een loopbaan inmiddels niet meer baseren op gestolde informatie. Omdat in ieder vakgebied de kennis zich momenteel enorm snel ontwikkelt, gaat je diploma steeds sneller over verouderde kennis.’

Maar wilt u dan geopereerd worden door een chirurg zonder diploma?
‘De vraag moet zijn: wat is op dit moment de best denkbare manier om geopereerd te worden? Een tandarts mag dan gediplomeerd zijn, als hij de ontwikkelingen niet kan volgen, kan hij mij niet op de best denkbare manier behandelen. Deze tandarts wordt ingehaald door de tandtechnicus die de vinger aan de pols heeft van de ontwikkelingen in zijn vakgebied. Daar is innovatie aan de orde van de dag: 3D-printen van protheses, nieuwe boortechnieken… Het verandert de verhoudingen op de beroepenmarkt. Nu is de tandarts nog opdrachtgever voor de tandtechnicus. Straks is dat andersom. Uiteraard wil ik behandeld worden door een professional van wie ik bewijzen kan zien dat hij bekwaam is. Maar een ooit behaald diploma geeft die garantie niet.’

Zonder diploma zijn je kansen op de arbeidsmarkt klein.
‘Nog wel. Maar dat gaat veranderen. Bedrijven kapen nu al talentvolle studenten weg bij de opleidingen voordat ze afgestudeerd zijn. Als dat gemeengoed wordt, zijn straks de mensen met een diploma de klos. Zij hadden kennelijk zo weinig talent, dat ze hun opleiding af moesten maken. Het diploma wordt daarmee een bewijs van incompetentie. Maar het werkt ook andersom. De kans is groot dat de beste denkbare tandarts geen tandarts is geworden, omdat hij vroeger gezakt is op wiskunde of geschiedenis. Het systeem maakt zo dat er waardevol talent verloren gaat. Met alle uitdagingen waar we voor staan – economie, duurzaamheid, verdraagzaamheid – kunnen we ons dat niet veroorloven.’

Het onderwijs is toch niet blind voor deze ontwikkelingen?
‘Toch wel. Scholen ontlenen hun bestaansrecht nog altijd aan de beperkte kennis van enkele mensen. Het systeem geeft die mensen macht, ontleend aan het diploma dat ze ooit gehaald hebben. Ze zitten gebeiteld in een baan waarin ze leerlingen volgens hetzelfde systeem als waarin ze zelf zijn opgegroeid aan een diploma helpen. Die macht wil men niet kwijt. Het systeem houdt zichzelf ook in stand doordat het mensen gevangen zet. Je kunt als chirurg na vijf jaar snijden niet zo maar zeggen: ik doe dit niet graag, ik word een bruggenbouwer. Er zijn nogal wat mensen die doen wat ze niet graag doen. Ook in het onderwijs. Stel dat zo iemand je leraar is. En wat doet het onderwijssysteem ondertussen? Het schiet in de kramp, schroeft de eisen nog verder op, gaat nog meer meten op de verkeerde parameters. Het onderwijs probeert te overleven door nog beter te doen van wat in het perspectief van het huidige tijdperk fout is. Het is een investering in valuta die steeds verder devalueert en straks helemaal niets meer waard is. Onderwijs is zichzelf aan het vernietigen.’

Waar moet het dan naartoe?
‘We komen aan in tijdperk van versnelde evolutie. Alles is agile geworden: we gaan van doen op basis van uitgedokterde plannen naar ontwikkelen in actie. Ik noem dat 3D. Technologie maakt dat we van schaarste aan informatie naar overvloed aan informatie gaan. Via internet kan ik kennis opdoen, kennis delen. Iedereen kan alles van mij zien en lezen, erop reageren, er iets aan toevoegen dat ook weer door iedereen gezien kan worden. Als je een talent hebt voor een onderwerp of vaardigheid staat je niets meer in de weg om je er in te ontwikkelen, te specialiseren.’


‘In het 2D-tijdperk konden we tulpen weinig water geven. Daardoor zag je het verschil niet tussen de ene en de andere tulp. Maar nu, in het 3D-tijdperk, is er water in overvloed. Elke tulp kan zich optimaal ontwikkelen. Informatie is een grondstof die je laat groeien. Met al die beschikbare informatie kunnen we als individu nu pas echt worden wie we zijn. Dat is toch prachtig!’

‘We hebben allemaal onze unieke talenten. Die diversiteit geeft ons de sleutel tot de oplossing voor alle problemen waar we op dit moment met de mensheid voor staan. Problemen die ontstaan zijn in het 2D-tijdperk, zoals de opwarming van de aarde. De grote talenten en de uitwisseling tussen grote talenten heeft de mensheid nieuwe kennis opgeleverd. Pas als we talent tot bloei laten komen, zullen we als mensheid de grote stappen kunnen nemen die nodig zijn. Naast een talent en toegang tot informatie heb je dan nog maar twee dingen nodig: de competentie om te leren én de passie om dat te blijven doen.’

Een groot woord: passie.
‘Een taalkundige vertelde me dat passie meer betekent dan alleen 'houden van'. Passie betekent ook dat je wilt afzien. Iemand die passie heeft voor piano spelen of voetballen wil keihard werken om elke dag beter te worden. We hebben mensen nodig die passie voor evolutie hebben, die keihard willen werken om de snelle ontwikkelingen te blijven volgen. In relatie tot waar ze goed in zijn.’

‘Die passie zie ik niet in het onderwijs. Daar zie ik leraren die nog geen filmpje kunnen uploaden naar YouTube of die er niet aan moeten denken om te communiceren via Twitter met hun leerlingen. Zo'n leraar heeft geen talent om om te gaan met leerlingen en studenten die sneller willen en kunnen leren dan ooit tevoren. Ik heb het dan over tachtig procent van de leraren. Een leraar die zich niet wil verdiepen in sociale media, zit in de verkeerde baan. Het gevaarlijkst zijn echter de leraren die technologie op een 2D-manier inzetten. Die zeggen dat hun leerlingen alleen hún filmpjes mogen bekijken. Of die leerlingen vooral met technologie laten werken om nog beter te laten leren in waar ze niet goed in zijn.’

Terug naar de diploma's. Is er een alternatief?
‘Het gaat er in het 3D-tijdperk om dat je aan de buitenwereld continu laat zien waar je mee bezig bent, wat je uniek maakt. Ik noem dat een 'competence playlist'. Vergelijk het met de muziek die je op je smartphone hebt staan. Die vertelt wat op dit moment bij je past. Zo'n afspeellijst verandert continu. Een 'competence playlist' vertelt waarin je nú op je best bent, waar je talent voor hebt, hoe hard je werkt om beter te worden, ook via de interactie met anderen. Het is de kristallisatie van wie je nu bent. Hoe je deze afspeellijst vorm kunt geven, ben ik nog aan het onderzoeken. Denk aan een portfolio, maar dan een waarin ook je netwerk zichtbaar is, de vragen waar je mee worstelt, de ideeën die je aan het exploreren bent.’

En onderwijs moet daarvoor de basis leggen?
‘Ja. Ik ben nu een model aan het uitwerken, waarin onderwijs in drie fasen wordt opgebouwd. Het uitgangspunt: elke leerling moet hoogbegaafd worden in zijn talent. In de eerste fase maken kinderen zich de basis eigen die ze nodig hebben om überhaupt te kunnen leren. Maar daarnaast bied je ze alle denkbare ervaringen en onderwerpen aan, zodat ze kunnen ontdekken waar hun talent zit. Je geeft ze ook veel vrijheid. Dan gaan ze doen waar ze plezier in hebben, wat ze het gemakkelijkst afgaat, waar ze hard voor willen werken: daar zit hun talent. Je ziet dat ze in flow zijn als ze actief zijn met hun talent. Voor deze fase hebben we leraren nodig die scouts zijn en die hun netwerk inzetten om kinderen kennis te laten maken met wat de wereld te bieden heeft.’

‘In de tweede fase gaan ze leren vanuit hun talent in de hoogst mogelijke versnelling. De informatie is er. Kinderen zullen willen scoren op waar ze goed in zijn, dus er is ook intrinsieke motivatie. De leraar daagt de leerling continu uit een stapje meer te zetten. Voor deze fase hebben we leraren nodig die functioneren als een trainer en coach.’

‘Tenslotte gaat de leerling de derde fase in: veel eerder dan nu het geval is, ga je aan het werk. Denk aan een chirurg van 19 jaar. De leerling zet zijn talent in, leert in de praktijk. De leraar in deze fase is een meester, de leerling een gezel. We gaan terug naar de gildes, maar dan in 3D. Je laat zien dat je je 'competence playlist' onderhoudt, dat je je blijft ontwikkelen.’

Klinkt mooi, maar hoe komen we daar?
‘Onderwijs veranderen met consensus gaat niet. In de geschiedenis waren er oorlogen en andere crises nodig om de grote stappen te zetten over de kloof van de ene naar de andere situatie. Ik hoop dat we met alle kennis die we nu tot onze beschikking een meer intelligente transitie kunnen doormaken. Ik zou graag zien dat we snel op kleine schaal kunnen beginnen met deze nieuwe vorm van onderwijs. Niet met de leerlingen die het nu goed doen op school. Voor hen is er geen gevoel van urgentie. Zij hebben nog zicht op een diploma en zijn gemotiveerd door het idee van garantie op werk dat erbij hoort. Laten we aan de slag gaan met de drop outs. Zeker weten dat zij voor de nabije toekomst de beste zijn die er rondlopen.’

Wie is Jef Staes?
Staes komt uit een arbeidersgezin, Na een opleiding in de techniek studeerde hij door en werd ingenieur. ‘Die achtergrond heeft me tot systeemdenker gemaakt. Als er iets kapot gaat in een systeem, moet je niet het symptoom bestrijden, maar de oorzaak opsporen.” Toen Staes in de jaren tachtig verantwoordelijk werd voor de opleidingen in het bedrijf waarvoor hij werkzaam was, maakte hij kennis met de eerste experimentele digitale technologieën om leren te ondersteunen. ‘Denk aan computer based learning, video conferencing, instructievideo's on demand. Toen ik bij Siemens terecht kwam, kwamen daar de toepassingen bij die we nu forum, blog of wiki zouden noemen. We hadden alle technologie beschikbaar die je maar kon wensen, maar het gebruik viel erg tegen. Ik kwam tot het inzicht dat dit niets te maken had met technologie, maar met het managen van leren in organisaties. In dat thema heb ik me vastgebeten, vanaf 2002 als zelfstandig ondernemer.” 
Staes schrijft boeken, verzorgt trainingen en is een veelgevraagd spreker in binnen- en buitenland. Zie o.a. de TEDx-talk 'The Naked Sheep' (Engelstalig). Meer over zijn werk op www.jefstaes.be.

Dit artikel verscheen eerder op Blendle.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten