Anthony Salcito (foto: Erno Mijland) |
Ook dit jaar wordt het congres weer gehouden en wel op 23 april in Congrescentrum 1931 in Den Bosch. Het thema is 'Leren in de 21e eeuw'. Ik ben uitgenodigd om de rol van dagvoorzitter te vervullen. Een mooie aanleiding om nog eens terug te blikken naar het congres van vorig jaar met een verslag van het gesprek met Salcito destijds, dat eigenlijk ook gaat over leren in de 21e eeuw. Een mooie warming up dus...
Anthony Salcito is sinds 1992 werkzaam voor Microsoft. Hij houdt zich bezig met de vraag hoe technologie de leeromgeving kan verrijken en de prestaties van leerlingen kan verbeteren. Hij is betrokken bij projecten als Partners in Learning, de Connected Learning Community en Microsoft Technology Friends Network en onderhoudt wereldwijd contacten met bij het onderwijs betrokken professionals. ‘We staan voor de opdracht een grote stap te maken met onderwijs en leren. Technologie kan die stap deels faciliteren, maar het gaat uiteindelijk om leiderschap en het verleggen van de focus: van het overbrengen van inhoud naar het werken aan 21e eeuwse vaardigheden.’
Salcito is duidelijk een man met een missie. In zijn presentaties spreekt hij bevlogen over waar het volgens hem naartoe moet met het onderwijs. En hoewel Microsoft volop nieuws te melden heeft met onder andere de aankomende introductie van Windows 8 en Office 365 als opvolger van Live@Edu, staat hij allerminst met een sales pitch op het podium. ‘Het gaat niet om de technologie, het gaat om de leerling en diens mogelijkheden. Technologie is vooral een hulpmiddel om die potentie tot ontwikkeling te laten komen.’
Waar komt uw drive vandaan om u bezig te houden met onderwijs?
‘Ik ben opgegroeid in The Bronx, de beruchte achterstandswijk in New York. Het leven was er hard. Overal om me heen zag ik leeftijdsgenoten belanden in de wereld van bendes en drugs. Ik was een geek, zo’n jongen die altijd aan het prutsen was met de toen nog primitieve computers. Die belangstelling voor ict heeft me geholpen op het goede pad te blijven. Je kunt zeggen dat technologie me gered heeft. Ik wil kinderen en jongeren van nu ook die kans geven en zo iets terugdoen. De technologie is ondertussen zo krachtig geëvalueerd dat de mogelijkheden alleen maar groter zijn geworden. Zeker in combinatie met ondernemersvaardigheden, kunnen jongeren steeds meer het heft in eigen handen nemen en zelf de richting van hun leven bepalen.’
Dat klinkt mooi. Maar hoe ziet er dat in de praktijk uit?
‘Ik zal je een voorbeeld geven. In 1996 deed ik samen met onder andere Bill Gates een project met een meisjesgroep van de padvinderij. Ze vertelden ons dat ze geld in wilden zamelen door koekjes te verkopen. We boden ze een technologiekamp aan: in vier weken leerden ze het toen nog prille internet gebruiken om geld in te zamelen. Ze leerden snel: na vier weken hadden ze het onder de knie en konden wij ze niets meer leren.’
Nu zouden die meisjes waarschijnlijk zelf uitzoeken hoe ze een website moeten maken...
‘Precies. Zowat alle denkbare inhoud is overal en altijd beschikbaar. School heeft daarmee niet meer het alleenrecht op kennisoverdracht. Die gedachte en het feit dat de werkvloer van morgen hoge eisen stelt aan de vaardigheden van professionals, betekent dat het onderwijs zich drastisch zal moeten heroriënteren op haar taak. We hebben met ict bereikt dat we overal en altijd toegang tot kennis hebben. Nu zijn we aan de volgende stap toe: hoe gaan we daar nog beter gebruik van maken om onze doelen te bereiken?’
En... hoe doen we dat?
‘Nou, bijvoorbeeld door technologie in te zetten om leerlingen ervaringen te bieden die kennis tot leven brengen. Een voorbeeld: op Wikipedia kun je precies vinden hoeveel mensen er in de Verenigde Staten in de gevangenis zitten. Geweldig dat dat kan, maar zo’n getal is vervolgens moeilijk voor te stellen. Kunstenaar Chris Jordan zet in zijn serie ‘Running the numbers’ technologie in om ons daarbij te helpen. Je ziet eerst een aantal bruine vlakken op je scherm. Pas als je gaat inzoomen zie je langzamerhand dat de vlakken zijn opgebouwd uit 2,3 miljoen foto’s van gevangenisuniformen. Dan komt informatie tot leven en kun je echt in gesprek gaan met je leerlingen, bijvoorbeeld over de betekenis voor de samenleving van dit cijfer. Een ander voorbeeld is het inzetten van games. Die bieden een geweldige metafoor voor de werkelijkheid van de werkvloer. Wat in een game een guild is, is op de werkvloer een team, wat in een game een quest is, is op de werkvloer een project. Leerlingen leren met een game door te ervaren. Technologie kan ook een bijdrage leveren aan het monitoren en in beeld brengen van vorderingen. Er wordt nog niet genoeg gebruik gemaakt van dit soort toepassingen voor leren. In het onderwijs wordt technologie vooral ingezet vanuit oude paradigma’s. Dat je kunt bladeren in een digitaal lesboek op een tablet is mooi, maar de echte vraag is waarom we überhaupt nog zouden bladeren in een lineair opgezet document.’
Een andere belofte van technologie is het personaliseren van het leerproces.
‘Zeker, maar ook dat is ingrijpender dan je denkt. Als je wilt personaliseren, zul je de traditionele vakkenindeling los moeten laten. Bij de University of Arizona doen ze dat; daar kun je bijvoorbeeld een graad halen in energiebesparing. Een andere vraag is hoe je leert samenwerken als iedereen in de klas op het eigen niveau bezig is met de stof. Dat vraagt om werken in projecten waarin leerlingen ieder hun eigen belangstelling, kennis en vaardigheden in kunnen brengen en elkaar nodig hebben om een opdracht te volbrengen.’
U legt in uw verhaal ook sterk de nadruk op motivatie als katalysator voor leren.
‘Leerlingen verwachten meer, meer van de technologie en meer van het onderwijs. Overal in de wereld zie je dat leerlingen steeds meer de waarom-vraag stellen: er is zoveel te leren, waarom nu juist dit? Voor het ene vak is die vraag gemakkelijker te beantwoorden dan voor het andere. Als je uit kunt leggen dat wiskunde een vak is dat je verder brengt in abstract denken, leidt dat tot meer motivatie. Leraren die dat eerst weten over te brengen en dan pas beginnen met de theorie halen betere resultaten. Daar zijn ondertussen goede ervaringen mee en bewijzen voor. Uiteraard heeft het ook te maken met het enthousiasme van de leraar voor diens vak.’
Ja, de leraar... Hoe ziet u de rol van de leraar veranderen in deze ontwikkeling?
‘De traditionele leraar is een leverancier van kennis. Leerlingen hebben dankzij het internet inmiddels toegang tot meer kennis dan de leraar ooit kan hebben. Een geschiedenisleraar kan over de oorlog in Vietnam vertellen, maar wat is er krachtiger dan via het internet contact zoeken met een veteraan en die zelf te vertellen wat hij heeft meegemaakt. Dat maakt de leraar niet overbodig, integendeel. De leraar zal op een hoger level moeten komen. Hij moet beschikken over natuurlijk leiderschap, doelen stellen voor zichzelf en de leerling en ideeën hebben over hoe die te bereiken. Hij moet over een scala aan competenties beschikken: leerlingen enthousiasmeren, hun nieuwsgierigheid prikkelen, ze ervaringen bieden, doorpakken als hij obstakels tegenkomt, kunnen vertellen, zijn aanpak over het voetlicht kunnen brengen richting collega’s, durven delen, leergierig zijn. De leraar van morgen is een chief learning.’
Meer weten over Anthony Salcito: www.dailyedventures.com.
Meer weten over het congres SamSam 2013: www.samsamcongres.nl
Salcito is duidelijk een man met een missie. In zijn presentaties spreekt hij bevlogen over waar het volgens hem naartoe moet met het onderwijs. En hoewel Microsoft volop nieuws te melden heeft met onder andere de aankomende introductie van Windows 8 en Office 365 als opvolger van Live@Edu, staat hij allerminst met een sales pitch op het podium. ‘Het gaat niet om de technologie, het gaat om de leerling en diens mogelijkheden. Technologie is vooral een hulpmiddel om die potentie tot ontwikkeling te laten komen.’
Waar komt uw drive vandaan om u bezig te houden met onderwijs?
‘Ik ben opgegroeid in The Bronx, de beruchte achterstandswijk in New York. Het leven was er hard. Overal om me heen zag ik leeftijdsgenoten belanden in de wereld van bendes en drugs. Ik was een geek, zo’n jongen die altijd aan het prutsen was met de toen nog primitieve computers. Die belangstelling voor ict heeft me geholpen op het goede pad te blijven. Je kunt zeggen dat technologie me gered heeft. Ik wil kinderen en jongeren van nu ook die kans geven en zo iets terugdoen. De technologie is ondertussen zo krachtig geëvalueerd dat de mogelijkheden alleen maar groter zijn geworden. Zeker in combinatie met ondernemersvaardigheden, kunnen jongeren steeds meer het heft in eigen handen nemen en zelf de richting van hun leven bepalen.’
Dat klinkt mooi. Maar hoe ziet er dat in de praktijk uit?
‘Ik zal je een voorbeeld geven. In 1996 deed ik samen met onder andere Bill Gates een project met een meisjesgroep van de padvinderij. Ze vertelden ons dat ze geld in wilden zamelen door koekjes te verkopen. We boden ze een technologiekamp aan: in vier weken leerden ze het toen nog prille internet gebruiken om geld in te zamelen. Ze leerden snel: na vier weken hadden ze het onder de knie en konden wij ze niets meer leren.’
Nu zouden die meisjes waarschijnlijk zelf uitzoeken hoe ze een website moeten maken...
‘Precies. Zowat alle denkbare inhoud is overal en altijd beschikbaar. School heeft daarmee niet meer het alleenrecht op kennisoverdracht. Die gedachte en het feit dat de werkvloer van morgen hoge eisen stelt aan de vaardigheden van professionals, betekent dat het onderwijs zich drastisch zal moeten heroriënteren op haar taak. We hebben met ict bereikt dat we overal en altijd toegang tot kennis hebben. Nu zijn we aan de volgende stap toe: hoe gaan we daar nog beter gebruik van maken om onze doelen te bereiken?’
En... hoe doen we dat?
‘Nou, bijvoorbeeld door technologie in te zetten om leerlingen ervaringen te bieden die kennis tot leven brengen. Een voorbeeld: op Wikipedia kun je precies vinden hoeveel mensen er in de Verenigde Staten in de gevangenis zitten. Geweldig dat dat kan, maar zo’n getal is vervolgens moeilijk voor te stellen. Kunstenaar Chris Jordan zet in zijn serie ‘Running the numbers’ technologie in om ons daarbij te helpen. Je ziet eerst een aantal bruine vlakken op je scherm. Pas als je gaat inzoomen zie je langzamerhand dat de vlakken zijn opgebouwd uit 2,3 miljoen foto’s van gevangenisuniformen. Dan komt informatie tot leven en kun je echt in gesprek gaan met je leerlingen, bijvoorbeeld over de betekenis voor de samenleving van dit cijfer. Een ander voorbeeld is het inzetten van games. Die bieden een geweldige metafoor voor de werkelijkheid van de werkvloer. Wat in een game een guild is, is op de werkvloer een team, wat in een game een quest is, is op de werkvloer een project. Leerlingen leren met een game door te ervaren. Technologie kan ook een bijdrage leveren aan het monitoren en in beeld brengen van vorderingen. Er wordt nog niet genoeg gebruik gemaakt van dit soort toepassingen voor leren. In het onderwijs wordt technologie vooral ingezet vanuit oude paradigma’s. Dat je kunt bladeren in een digitaal lesboek op een tablet is mooi, maar de echte vraag is waarom we überhaupt nog zouden bladeren in een lineair opgezet document.’
Een andere belofte van technologie is het personaliseren van het leerproces.
‘Zeker, maar ook dat is ingrijpender dan je denkt. Als je wilt personaliseren, zul je de traditionele vakkenindeling los moeten laten. Bij de University of Arizona doen ze dat; daar kun je bijvoorbeeld een graad halen in energiebesparing. Een andere vraag is hoe je leert samenwerken als iedereen in de klas op het eigen niveau bezig is met de stof. Dat vraagt om werken in projecten waarin leerlingen ieder hun eigen belangstelling, kennis en vaardigheden in kunnen brengen en elkaar nodig hebben om een opdracht te volbrengen.’
U legt in uw verhaal ook sterk de nadruk op motivatie als katalysator voor leren.
‘Leerlingen verwachten meer, meer van de technologie en meer van het onderwijs. Overal in de wereld zie je dat leerlingen steeds meer de waarom-vraag stellen: er is zoveel te leren, waarom nu juist dit? Voor het ene vak is die vraag gemakkelijker te beantwoorden dan voor het andere. Als je uit kunt leggen dat wiskunde een vak is dat je verder brengt in abstract denken, leidt dat tot meer motivatie. Leraren die dat eerst weten over te brengen en dan pas beginnen met de theorie halen betere resultaten. Daar zijn ondertussen goede ervaringen mee en bewijzen voor. Uiteraard heeft het ook te maken met het enthousiasme van de leraar voor diens vak.’
Ja, de leraar... Hoe ziet u de rol van de leraar veranderen in deze ontwikkeling?
‘De traditionele leraar is een leverancier van kennis. Leerlingen hebben dankzij het internet inmiddels toegang tot meer kennis dan de leraar ooit kan hebben. Een geschiedenisleraar kan over de oorlog in Vietnam vertellen, maar wat is er krachtiger dan via het internet contact zoeken met een veteraan en die zelf te vertellen wat hij heeft meegemaakt. Dat maakt de leraar niet overbodig, integendeel. De leraar zal op een hoger level moeten komen. Hij moet beschikken over natuurlijk leiderschap, doelen stellen voor zichzelf en de leerling en ideeën hebben over hoe die te bereiken. Hij moet over een scala aan competenties beschikken: leerlingen enthousiasmeren, hun nieuwsgierigheid prikkelen, ze ervaringen bieden, doorpakken als hij obstakels tegenkomt, kunnen vertellen, zijn aanpak over het voetlicht kunnen brengen richting collega’s, durven delen, leergierig zijn. De leraar van morgen is een chief learning.’
Meer weten over Anthony Salcito: www.dailyedventures.com.
Meer weten over het congres SamSam 2013: www.samsamcongres.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten