Afgelopen week zond de BBC de documentaire 'The Classroom Experiment' uit. De makers volgen daarin 12 weken lang een klas van een Britse voortgezet onderwijs-school. De leraren krijgen opdrachten van professor Dylan Wiliam. Het zijn eenvoudige ingrepen om hardnekkige problemen in het onderwijs aan te pakken. Een paar voorbeelden:
Probleem: gemakkelijk presterende, zelfbewuste leerlingen steken vaker hun vinger op om vragen te beantwoorden dan hun onzekere klasgenoten. Omdat de laatsten zelden een beurt krijgen, zijn ze minder betrokken bij de les.
Oplossing: alle namen van de leerlingen worden op ijsstokjes geschreven. Als de leraar een vraag stelt, trekt hij een willekeurig stokje. Op deze manier kan elke leerling op elk moment een beurt krijgen. Opletten geblazen dus, voor iedereen.
Probleem: als de uitslagen van een proefwerk worden uitgedeeld, gaan de leerlingen zich direct met elkaar vergelijken. Voor leerlingen die vaak slechte cijfers halen is dit een demotiverend moment.
Oplossing: de leraar geeft pluimen en tips in de vorm van 'comments' in plaats van cijfers. Wiliam vindt dat we leerlingen ten onrechte verslaafd maken aan cijfers.
Andere oplossingen die te zien zijn in de documentaire zijn zogenaamde miniwhiteboards waarop leerlingen antwoorden en vragen kunnen schrijven tijdens een les en rode, groene en gele bekertjes om aan te geven of ze de stof begrijpen of er een vraag over hebben. Ouders krijgen tijdens de ouderavonden les, zodat ze meer begrip krijgen voor wat er op school gebeurt. En elke dag doen de leerlingen aan beweging in gymnastiek- en danslessen.
'Secret student'
Om de klas rustiger te krijgen wordt het systeem van de 'secret student' ingevoerd:
- Elke dag is een leerling de 'secret student'. Alleen de leraar weet wie dat is.
- Gedraagt de 'secret student' zich tijdens de les goed, dan krijgt de klas een punt.
- Als er een punt is verdiend wordt de 'secret student' bekend gemaakt, anders niet.
- Heeft de klas een X-aantal punten verzameld, dan volgt er een beloning, zoals een uitstapje.
Goed gedrag wordt in het systeem versterkt en er wordt gebruik gemaakt van 'peer pressure': de klas wijst leerlingen die zich niet goed gedragen erop dat dit een punt zou kunnen kosten.
Effectief
Wiliam's ideeën blijken binnen één periode een positief effect te hebben op de resultaten van de leerlingen. Mooi, dat dat kan met eenvoudige, niet-technologische oplossingen. Maar de documentaire roept ook vragen op, zoals:
- Als je goed gedrag gaat belonen met uitstapjes, wat gebeurt er dan als de punten binnen zijn. Moeten er steeds nieuwe, krachtigere beloningen komen?
- Waarom ligt de nadruk zo op antwoorden geven op vragen van de leraar en veel minder op het leren stellen van goede vragen (en het veiliger maken van het klimaat, zodat ook 'domme' vragen gesteld mogen worden)?
- De goede leerlingen lijken in het systeem wat tenonder te gaan. Waarom krijgen ze geen uitdagingen op hun niveau, zoals een tutor-schap voor de zwakkere presteerders. Waarom zoeken de leraren niet naar hun intrinsieke motivatie?
Jouw klas-sieker?
Eenvoudige oplossingen voor alledaagse probleempjes in de klasse-situatie vragen om creativiteit. Dat is de charmante kant van het verhaal van Wiliam. Daarom eindig ik deze blog met een vraag. Sta je voor klas? Wat is dan jouw favoriete eenvoudige oplossing voor een probleem dat jij regelmatig moet tackelen? Meld hem via het reactieformulier...
Met dank aan J. v.d. Meulen voor de tip...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten