07 juli 2010
‘Alle beschikbare talent is nodig’
Sir Ken Robinson is een internationaal bekende spreker, schrijver en adviseur op het gebied van onderwijs, creativiteit, innovatie en talent. Vorig jaar interviewde ik hem in Amsterdam, naar aanleiding van het verschijnen van de Nederlandse vertaling van zijn boek 'Het Element'. Dit interview verscheen eerder in tijdschrift COS.
In je element
Net als het Nederlands, kent het Engels de uitdrukking ‘in je element zijn’. Volgens Robinson ben je in je element ‘als je je talent hebt ontdekt, weet waar je goed in bent én met passie je dingen doet. Leren en presteren gaan dan bijna vanzelf.’ In zijn nieuwe boek stelt hij dat het onderwijs meer oog moet hebben voor het unieke, individuele talent van leerlingen. Hij beschrijft aan de hand van een aantal tot de verbeelding sprekende loopbaanschetsen hoe het nog te vaak gaat: jonge mensen die de school met veel moeite doorlopen of zelfs uitvallen, maar op latere leeftijd toch een succesvolle loopbaan realiseren omdat ze alsnog hun element vonden. Dat laatste lukt helaas lang niet iedereen. Robinson zegt dat we actiever op zoek moeten gaan naar het verborgen vuur in onszelf. Docenten en scholen moeten leerlingen ondersteunen bij het vinden van hun element. Waarom? ‘Omdat we als mensheid voor een aantal enorme uitdagingen staan. Die kunnen we alleen de baas als we alle potentieel optimaal ontwikkelen.’
U uit in uw boek ernstige kritiek op het huidige onderwijssysteem.
‘Het onderwijs zoals we dat kennen is gebaseerd op de metafoor van de industrie. Die paste bij een industriële economie, maar niet bij de kenniseconomie waarnaar we nu op weg zijn. De industrie is nog altijd de leidende metafoor in het onderwijs. Neem nu de indeling in klassen. Dat gebeurt uitsluitend op basis van de “productiedatum” van onze kinderen. Er wordt niet gekeken naar belangstelling of bijvoorbeeld de leerstijl van kinderen. De kenniseconomie vraagt om een andere kijk op onderwijs. De metafoor van de landbouw past daar beter bij. In een zaadje zit het talent om te groeien tot een plant. Een plant heeft een eigen tempo, eigen mogelijkheden ofwel talenten. Je kunt planten niet sneller laten groeien door er blaadjes aan te plakken. Het onderwijs kan alleen maar zorgen voor een rijke, gezonde omgeving, waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen. De kenniseconomie vraagt ook om meer aandacht voor creativiteit en creatieve vakken. Gaandeweg onze geschiedenis is er in het onderwijs een eenzijdige aandacht ontstaan voor academische vakken. Natuurlijk, die zijn belangrijk en nodig, maar dat geldt ook voor vakken als beeldende vorming, dans en drama.’
U vindt dat het schoolsysteem moet veranderen. De ervaring leert dat dat langzaam gaat. Wat kan een leraar alvast doen met uw boodschap?
‘Individuele leraren kunnen ontzettend veel betekenen voor de ontwikkeling van kinderen. Ze kunnen leerlingen helpen bij het ontdekken van hun talenten en passies. Dat kan onder andere door het herkennen van de manier waarop kinderen leren en daarop meer aan te sluiten. Sommige kinderen leren op een heel visuele manier. Dat geldt bijvoorbeeld voor mijn dochter. Toen de geschiedenisleraar haar vertelde over de Amerikaanse burgeroorlog vond ze het lastig dit verhaal te onthouden. Samen zijn we gaan mindmappen rond het onderwerp. Daarmee lukte het haar veel beter de stof te beheersen. Lang niet altijd is er een volwassene in de buurt die de mogelijkheden van een kind ziet en daarop inspeelt. De muziekleraar van Paul McCartney en George Harrison had de helft van de Beatles in de klas, maar was blind voor het unieke talent van zijn leerlingen. Talent kan ook ontdekt worden door anderen dan ouders of leraren. Voor het boek interviewde ik danseres en choreografe Gillian Lynne. Als kind kon ze niet stil zitten in de klas. Ze haalde slechte cijfers, terwijl ze over voldoende intelligentie beschikte. Haar wanhopige moeder nam haar mee naar een psycholoog. Na het gesprek nam de psycholoog moeder mee naar buiten. Gillian moest even in de kamer blijven wachten. De psycholoog zette de radio voor haar aan. Het duurde niet lang voordat de twee volwassenen door het raam zagen hoe Gillian begon te dansen door de kamer. De psycholoog kon maar één ding concluderen: “Gillian mankeert niets. Ze is danseres. Stuur haar naar een dansschool.”’
Druk bewegen is nog geen dansen. Voor een leraar is het toch lastig om te zien waartoe een leerling mogelijk in staat is?
‘We moeten meer leren vertrouwen op onze intuïtie. Natuurlijk weten we nog niet waartoe een kind als volwassene precies in staat zal zijn. Dat hoeft ook niet. Het leven is immers niet lineair, maar organisch. Het staat onder invloed van toevallige ontmoetingen en gebeurtenissen. Kinderen laten voorkeuren zien voor activiteiten of vakgebieden. De kunst is om ze daarin te vertrouwen en ze te ondersteunen bij het volgen van hun eigen kompas. Ook als je nog niet het nut ziet van een bepaald talent voor het latere leven. We zien nog te vaak dat kinderen enthousiast zijn voor bepaalde activiteiten, maar worden ontmoedigd bijvoorbeeld omdat het om een richting gaat die een onzekere toekomst oplevert. Paolo Coelho wilde als kind al schrijver worden. Hij was daar erg vastberaden in. Zijn ouders zagen een carrière als schrijver niet zitten, probeerden het op allerlei manieren uit zijn hoofd te praten. Ze gingen daarin zo ver dat de kleine Paolo zelfs elektroshocktherapie moest ondergaan. Het hielp gelukkig allemaal niets. Later schreef Coelho zijn meesterwerk De Alchemist.’
Goed kijken en luisteren is dus belangrijk, kinderen de ruimte geven zich te ontwikkelen op gebieden waar ze een voorkeur voor hebben. Nog meer?
‘Het gaat ook om voorleven. De beste leraren zijn zij die zelf in hun element zijn in het onderwijs. Ze hebben het talent en de passie om met leerlingen te werken. Kennis is daarbij niet het belangrijkste. Ik ken hooggekwalificeerde leraren die hopeloos zijn in lesgeven, maar ook minder gekwalificeerde leraren die kinderen echt weten te raken en te enthousiasmeren. Een goede leraar faciliteert en ondersteunt leerlingen, zodat ze zelf gaan leren. Ze spreken de verbeeldingskracht aan, dagen leerlingen uit anders te denken en zelf op een creatieve manier te ontdekken. In de praktijk betekent dat bijvoorbeeld dat je veel meer open vragen stelt. In het onderwijs zie ik nog veel te vaak dat leraren een vraag aan de klas stellen waarop maar een antwoord - het hunne - het goede is. Maar het gaat in het onderwijs niet om het absorberen van de kennis van de leraar. Het is veel krachtiger leerlingen te betrekken en te activeren. Natuurlijk, de leraar geeft toegang tot ideeën die leerlingen nog niet kennen. Maar het kan ook zomaar gebeuren dat leerlingen dingen ontdekken waaraan de leraar nog niet gedacht had. Daar is niets mis mee.’
We leven in een informatiemaatschappij. Kan mediatechnologie voor leerlingen de kans vergroten dat ze hun element vinden?
‘Digitale technologieën bieden ons geweldig gereedschap waarmee we ons op verschillende manieren creatief kunnen uiten en ontwikkelen. Denk aan software waarmee je kunt ontwerpen of componeren. Kinderen gebruiken dat heel gemakkelijk en vanzelfsprekend. We hebben ook gereedschap gekregen om wereldwijd te netwerken, ons te verbinden met andere mensen. Tot voor kort kon je ontmoedigd raken als je als enige in een gemeenschap aangetrokken werd tot een bepaalde activiteit. Nu heb je wereldwijd toegang tot gelijkgestemden, mensen die je kunnen inspireren en stimuleren en met wie je informatie en ideeën kunt uitwisselen. Toch maak ik me ook wel zorgen. De kracht van face-to-face communicatie en het fysieke gaat verloren in de digitale ruimte. Technologie zal dat nooit volledig kunnen compenseren. Er zitten dus goede en minder goede kanten aan. De kunst is de balans te vinden.’
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Aansprekende opvattingen, metafoor en voorbeelden van sir Ken tot het laatste antwoord. Daar knap ik van af: ‘Digitale technologieën bieden ons geweldig gereedschap waarmee we ons op verschillende manieren creatief kunnen uiten en ontwikkelen.' Creativiteit zit in je: uiten kan ook op de achterkant van een bierviltje, spraak, je eigen lichaam etc.
BeantwoordenVerwijderenAls team leerkrachten op een basisschool is dit precies wat we in bijna twee decennia hebben ontdekt en uitgebouwd...wij lijken roependen in de woestijn. De tendens in onderwijskundig Nederland is een totaal tegenovergestelde. Dat het een keer helemaal fout gaat, behoeft geen uitleg en we hoeven er geen Nostradamus voor te heten om het te voorzien. Als een school na twingtig jaar hard werken volgens deze denktrant en daarin succesvol blijkt te zijn, schijnt het toch zo maar te kunnen, dat binnen een klein jaar dat hele concept de nek is omgedraaid en er weer lekker ouderwets "industrieel-economisch" gewerkt moet worden; de schoolse werkelijkheid is zich in een hoek van 180 graden aan het bewegen ten opzichte van de inzichten van Sir Ken Robinson...we gaan grote groepen leerlingen verliezen, die niet de mogelijkheid gaan krijgen hun talenten te ontdekken en uit te bouwen !
BeantwoordenVerwijderenwww.onderwijskananders.nl
Wiebe van Wijk